Houtman, Zwolle
Een belangrijk deel van Erik Nooks identiteit was die van een stedeling. Hij woonde immers in Den Haag, het grootste dorp van Nederland. Hij wilde best grootmoedig erkennen dat er enkele (twee namelijk) steden in Nederland waren die groter waren dan de zijne, maar dat maakte hem niet minder stedeling. De bewoners van Utrecht, die Den Haag, Rotterdam en Amsterdam voor zich moesten dulden, die hadden iets uit te leggen, aan zichzelf. Of aan Erik Nook, desgevraagd. Als je Utrecht een grote stad ging noemen, dan kon je dat van Alkmaar, Middelbug of Venlo ook wel zeggen. Toen hij echter door de binnenstad van Zwolle aan het sjokken was, groeiden de twijfels voer Den Haag. Hij had met Justine grappen gemaakt over het een ding dat het ’provinciehuis’ genoemd werd. Vanuit allerlei plekken van de historische binnenstad konden wandelroutes gevolgd worden die zouden uitkomen bij dat provinciehuis. Erik Nook kon zich de betonnen bureaucratie van dat instituut precies voorstellen; hij de...